Castilië en León
Monumentaal en divers
Castilla y León beslaat een vijfde deel van Spanje. De diversiteit van haar landschappen is enorm. Castilla y León ligt voornamelijk rond het bekken van de rivier de Duero en heeft strategische verbindingen met Madrid en de streken aan de Atlantische oceaan. Het wordt op natuurlijke wijze begrensd door de Cordillera Cantábrica in het noorden, Sistema Ibérico in het oosten, Sistema Central in het zuiden en Montes Galáico-Leoneses in het westen.
In de meest onherbergzame gebieden leven diersoorten als de wolf en de bruine beer, herten, wilde zwijnen en auerhanen. In de Sierra de Gredos vind je de berggeit en keizersarend, de vale gieren in de Kloof van de Lobosrivier en ontelbare ooievaars overwinteren in Villafáfila. De natuurlijke grenzen van deze regio, de imposante onregelmatig gevormde bergketens, hebben gezorgd voor gevarieerde en bekoorlijke landschappen. Op de hoge bergtoppen vormt de eeuwige sneeuw een prachtige aanblik, terwijl de lager liggende zones bestaan uit vruchtbare bossen met rivieren. De Sierra de Guaderrama tussen Segovia en Madrid is een geliefde bestemming voor wandelaars en rustzoekers.
Een rijke geschiedenis
Rond de Duero en haar zijrivieren vestigden zich al heel vroeger de eerste stammen. Pax Romana bracht beschaving en vooruitgang; bruggen, wegen, thermen en afvoersystemen, aquaducten en nieuwe stedelijke nederzettingen. Later bouwden de christenen de eerste kerken die aan de vlakke horizon van Castilië van verre te zien waren. Na de opeenvolgende invasies van de Arabieren raakten de oevers van de Duero verarmd en ontvolkt. Maar het dal overleefde en vanaf de IXe eeuw werden hier steden als Zamora en Burgos gesticht. De vereniging van Castilla en León in 1230 was het begin van de vorming van een eigen cultuur en identiteit van wat het machtigste koninkrijk van het Iberische schiereiland zou worden.
Het was een tijdperk van oneindige rijkdom, uit de Nieuwe Wereld meegebracht in karvelen met de Spaanse vlag in top. Veel van de vooruitgang en welvaart die in de daarop volgende eeuwen bereikt werd ging weer verloren toen het rijk “waar de zon nooit onder ging” langzaam begon af te brokkelen.
Castilla y León bestaat uit negen provincies: Ávila, Burgos, León, Palencia, Salamanca, Segovia, Soria, Valladolid en Zamora. Hoewel de hoofdsteden en dorpen op zich een geheel eigen karakter vertonen, zijn zij verbonden door een gemeenschappelijk verleden met een rijke geschiedenis en oude tradities.